Waarom een ‘stranddag’ de beste kans is die ik een boek kan geven

Ik zeg bij de serie ‘Wat ik niet uitlas…’ wel eens dat ‘een stranddag de beste kans is die ik een boek kan geven’. Maar wat is voor mij een stranddag, en waarom is dat de beste kans die ik een boek kan geven?

Foto door Wolfgang Weiser op Pexels.com

Wat is een ‘stranddag’ voor mij?

Allereerst: wat is een ‘stranddag’ voor mij? Nou, dat is iets anders dan wat de meeste mensen misschien verwachten. Ik ga namelijk niet naar het strand als de rest van Nederland daar ook is. Dus: niet in de zomervakantie. Sterker nog: ik ga het liefste als het grijs en grauw is en het waait. Want a) dan zijn er weinig mensen op het strand (lekker rustig) en b) dan kan mijn hoofd extra goed leegwaaien. Want dat is de reden dat ik naar het strand ga: dat ik mijn hoofd leeg kan laten waaien.

Ik woon niet naast het strand, dus dit is voor mij iets wat ik moet plannen. Ik vind het het fijnste om op een vrijdag te gaan, want op vrijdag werken veel mensen en is het dus rustiger op het strand. Daarnaast heb ik daarna dan (meestal) een heel weekeind om lekker zonder klok te leven en extra te genieten van mijn leeggewaaide hoofd.

Ik ga met de trein (buiten de spits, als ik het enigszins zo kan plannen), en in mijn rugzakje gooi ik een boek en een to go beker voor thee. Ik trakteer mezelf meestal op een broodje of croissantje onderweg, maar ik verdom het om 10-25 cent extra te betalen voor een to go beker voor mijn thee. Dus: wel beker, geen broodje. Meestal koop ik de thee en het broodje bij de AH to Go, omdat ik daar meteen spaar voor gratis broodjes en thee (geen sponsor). Ik moet meestal 2 sprinters en 1 intercity hebben, en in de intercity ga ik graag in de stiltecoupé zitten. Dan kan ik er tenminste iets van zeggen als mensen herrie maken (want kennelijk is de stiltecoupé ontzettend aantrekkelijk voor Team Kletskous en Team Speaker Op Vol Volume…).

Op het strand ga ik niet zitten, maar ik ga een stuk lopen langs de vloedlijn. Bij voorkeur tegen de wind in, want dan waait mijn hoofd leeg. Als ik op ongeveer 2/3 van mijn energie ben, draai ik om en ga ik teruglopen (voor wie het niet weet: tegen de wind in lopen vraagt meer energie dan met de wind in de rug lopen). Soms trakteer ik mezelf nog op een kopje thee bij een strandtent, maar niet altijd (en ja, er is een strandtent die het hele jaar open is). Ik probeer om het zo te plannen dat ik weer in kan checken bij de trein voor ik spitsprijzen moet betalen. Vaak zorg ik dat ik bij thuiskomst iets in de oven kan gooien, en soms trakteer ik mezelf op een patatje.

Daarna zit ik helemaal rozig en uitgewaaid op de bank, klaar voor een heerlijk rustig weekeind zonder klok en met een leeg hoofd.

Waarom is een stranddag ‘de beste kans die ik een boek kan geven’?

Tijdens de treinreis (zowel heen als terug) lees ik mijn boek. Die treinreis duurt alles bij elkaar anderhalf uur enkele reis, dus ik kan meestal een flink eind komen in mijn boek. Zeker als de mede-reizigers zo aardig zijn om van de trein geen ‘wie kan de meeste herrie maken’-wedstrijdveld te maken. Ik heb in de trein niet zo veel andere dingen te doen, dus ja, het kan lekker opschieten met mijn boek.

Dan is er nog het aspect dat ik mijn hoofd laat leegwaaien op het strand. Daardoor is de kans groter dat ik ruimte heb voor het boek wat ik op dat moment aan het lezen ben, en als me iets dwars zit aan het boek heb ik op het strand de tijd en ruimte om daar eens even rustig over na te denken. Er zijn een aantal boeken die ik uit heb gelezen omdat ik het grootste deel las tijdens een stranddag, of omdat ik door het ‘trage begin’ of de ‘verhaal opbouw fase’ kwam omdat ik dat deel las tijdens en in het weekeind na een stranddag.

En tot slot is er nog iets. Het strand is voor mij een fijne plek. Een plek waar ik graag ben. Als ik een boek meeneem naar het strand en onderweg lees, is de kans groot dat ik het boek ook met iets fijns associeer, en dus het boek positiever ervaar.

Een leeg hoofd en een positieve associatie is vaak wat ik nodig heb om een boek een goede kans te geven. En een stranddag geeft me dat, en vaak meer dan ik (op dat moment) besef dat ik nodig heb. Het geeft me een boost, en daarmee het boek vaak ook een ‘oppepper’.

Dat maakt het de beste kans die ik een boek kan geven: het lege hoofd, de positieve associatie, de oppepper en tijd die ik (ongestoord) kan lezen (want later dat weekeind lees ik vaak ook nog een flink stuk in dat boek).

Wat is de beste kans die jij een boek kan geven?

5 gedachtes over “Waarom een ‘stranddag’ de beste kans is die ik een boek kan geven

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.