Recensie: ‘Niet thuis’ van Jacques Vriens

Het verhaal

Hannah woont niet bij haar ouders, maar in een leefgroep: De Haven. Samen met nog zes andere kinderen tussen de vijf en de zestien jaar. Het zijn allemaal kinderen die, om verschillende redenen, niet thuis kunnen wonen.

Wat die redenen zijn, daar kom je bij een aantal in de loop van het verhaal achter. Soms in bedekte termen, soms wordt het ronduit gezegd. Maar ieder kind woont met een reden in De Haven.

Tijdens ‘verstoppertje in het donker’ vangt Hannah een telefoongesprek op: er gaat iets gebeuren. Iets naars. De leiding weet het al, maar de kinderen nog niet. Dan komt op een dag de directeur langs: meneer Reimers. Hij zegt dat De Haven dicht moet!

De groep wordt dus de dupe van de bezuinigingen in de jeugdzorg. Maar… daar zijn ze het niet mee eens! Ze verzinnen een plan. Een gewaagd plan, met veel risico’s. Maar voor De Haven en elkaar hebben ze alles over!

Mijn mening

Gewoonlijk zou ik geen recensie schrijven over een boek dat zes jaar geleden verschenen is. Nu doe ik dat wel, om twee redenen. Ten eerste zijn er weinig boeken over kinderen in een leefgroep-setting, en ten tweede maakt Vriens een onderwerp bespreekbaar wat veel te weinig aandacht krijgt: de decentralisatie van de (jeugd)zorg en hoe de cliënten (jong en oud) hier de dupe van zijn.

Hannah is een soort toeschouwer en verteller tegelijk in dit verhaal, zodat je alles door haar ogen ziet. Aan de ene kant vind ik dat goed, omdat je het zo bijna zelf meemaakt. Aan de andere kant had het verhaal van Hannah wel iets beter uitgewerkt mogen worden, zij blijft nu een beetje een nietszeggend personage.

Vriens geeft de kinderen altijd een volwassene die ze kunnen vertrouwen en die hun doel steunt. In dit boek is dat des te belangrijker, omdat deze kinderen al heel vaak een het vertrouwen in volwassenen zijn verloren. Ook nu weer. Dan is het fijn om 1 persoon te hebben die je kunt vertrouwen en bij wie je terecht kan. In dit boek is dat een soort oma-figuur, en ook dat vind ik passend: het is iemand die niet dezelfde leeftijd heeft als de leiding van het huis, de directeur of de ouders die de kinderen in de steek hebben gelaten, waardoor ze automatisch ‘veiliger’ is dan de rest van de volwassenen. Toch zie je ook in dit boek hoe snel het vertrouwen om kan slaan in wantrouwen (en weer terug). De kinderen zijn zo vaak in de steek gelaten, dat ze bijna verwachten dat dat opnieuw zal gebeuren.

Het is duidelijk dat de kinderen niet allemaal makkelijke kinderen zijn, maar ze zitten niet in De Haven omdat zij het verprutst hebben. Het zijn de ouders (en soms ook de pleegouders) die er een zooitje van gemaakt hebben. Dat is dus iets anders dan kinderen die uit huis geplaatst worden vanwege hun eigen gedrag: de kinderen die in De Haven wonen, wonen daar vanwege het gedrag van hun ouders. Ik vind het goed dat Vriens hier onderscheid in maakt: ja, de kinderen zullen soms best een uitdaging vormen, maar de ouders zijn de reden dat de kinderen niet thuis wonen.

Wat ik mooi vond was dat de kinderen allemaal opbloeien door het plan, en dat dat hen als groep dichter bij elkaar brengt. Natuurlijk is het een beetje geromaniseerd, maar het is tegelijkertijd wel realistisch: door de bezuinigingen dreigen de kinderen hun enige veilige plek kwijt te raken. Natuurlijk komen ze in opstand!

Er zat wat mij betreft maar een minpuntje aan dit boek: dat het ‘alledaagse leven’ in de leefgroep er een beetje doorheen gejast wordt. Er had wat mij betreft iets meer aandacht mogen zijn voor hoe zo’n groep werkt, hoe de leefruimtes eruit zien, de kamers van de kinderen die er wonen, dat soort dingen. Hoe ze omgaan met de verschillen en overeenkomsten tussen hen, dat soort dingen. Dat had duidelijk gemaakt waarom De Haven voor deze kinderen zo belangrijk is. Daarnaast (en ik vind dat ik dit argument toch even moet noemen, aangezien Vriens zelf jarenlang in het onderwijs heeft gewerkt) zou een iets langere intro met meer huiselijkheid ook een mogelijkheid bieden om een gesprek op school aan te gaan over kinderen die ‘niet thuis’ wonen, en misschien soms zelfs in een leefgroep wonen zoals De Haven.

Dit boek laat aan de ene kant goed zien wat de decentralisatie van de zorg met mensen doet. Aan de andere kant is het een spannend verhaal over kinderen die in opstand komen tegen de volwassenen, en tegen al te abrupte veranderingen. Het laat zien dat er onder druk ook groei kan ontstaan, zolang je zelf voor die druk kiest (het plan vraagt nogal wat van de groep). Maar: ze kiezen er allemaal voor, want ze willen allemaal hetzelfde: hun Haven niet kwijt.

Wil je een preview van dit boek? Dat kan! Je kunt hier de preview lezen, en hieronder staat een filmpje van Jacques Vriens die zelf een stukje voorleest uit dit boek.

NB: ik weet dat er ook een hoop ellende is in de jeugdzorg, en dat niet alle kinderen en jongeren op een fijne, veilige plek komen waar ze zichzelf mogen zijn. Dit boek is niet bedoeld als ‘ontkrachting’ van die ervaringen, en mijn recensie is dat ook niet.

5 gedachtes over “Recensie: ‘Niet thuis’ van Jacques Vriens

Geef een reactie op Naomi Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.