Kwetsende schoolboeken

Kinderen verdienen een kans om een ‘goede burger’ te worden, en om goed burgerschap te leren. Op dit moment wordt die kans hen ontnomen. Dat komt door de schoolboeken, en de regels waaraan auteurs en illustratoren nu moeten voldoen. Vandaag neem ik je dus mee in de wonderlijke wereld die ‘schoolboeken’ heet.

Hallo, mijn naam is Nienke. Ik ben 32 jaar en ik woon in een appartement samen met mijn kat. Mijn moeder is dominee. Mijn vader is boeddhist. Thuis doet mijn vader het huishouden. Ik werk in het onderwijs, en mijn broer werkt in het theater. Mijn hobby’s zijn lezen (ik lees onder andere graag fantasy en thrillers), bloggen, kickboksen, koken, kleuren, handwerken en toneelspelen.

De bovenstaande situatie is volledig waar. Toch zul je hem nooit in een schoolboek aantreffen. Hoe komt dat? Hint: mijn leeftijd is niet het probleem.

Wat dan wel het probleem is? Dat zal ik je hieronder laten zien…

Hallo, mijn naam is Nienke. Ik ben 32 jaar en ik woon in een appartement, samen met mijn kat. Mijn moeder is dominee (1). Mijn vader is boeddhist (2). Thuis doet mijn vader het huishouden (3). Ik werk in het onderwijs, en mijn broer werkt in het theater (4). Mijn hobby’s zijn lezen (ik lees onder andere graag fantasy (5) en thrillers), bloggen, kickboksen (6), koken, kleuren, handwerken en toneelspelen (7).

  1. Een vrouwelijke dominee is te geëmancipeerd. Dat is lastig voor scholen met een streng-christelijke of reformatorische achtergrond.
  2. “Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen”. Dit spreekwoord sloeg ooit op mensen met een protestantse en een katholieke achtergrond, maar is inmiddels doorgetrokken naar alle mensen met twee verschillende geloofsachtergronden. Mensen met twee verschillende geloven ligt in diverse geloofsgemeenschappen nogal gevoelig.
  3. Een vader/man die het huishouden doet terwijl er een vrouw in huis is, dat is te geëmancipeerd. En dat is dus lastig voor scholen met een streng-christelijke of reformatorische achtergrond.
  4. Theater is een decadente kunstuiting (net als film en dans), en wordt daarom liever vermeden om de christelijke en reformatorische scholen niet voor het hoofd te stoten.
  5. Fantasy (heksen, magie, geesten en dergelijke) liggen erg gevoelig binnen de christelijke cultuur.
  6. Kickboksen doe je in een kort broekje (de term ‘boxershort’ komt ergens vandaan…). Korte broekjes en rokjes liggen gevoelig bij verschillende geloven. O, en ik draag vaak een singlet bij het kickboksen (dan heb ik mijn armen lekker vrij) en ook blote schouders liggen gevoelig. Sowieso ligt sport gevoelig, vooral als er veel geld mee verdiend wordt of er huldigingsceremonies zijn. Je weet wel, nadat je een wedstrijd hebt gewonnen, dat je dan daarna op een podiumpje mag staan en dat je dan een medaille of beker krijgt. Dat ligt allemaal nogal gevoelig, want voor goede christenen leidt deze ‘verering’ af van de verering van God.
  7. Theater en toneel zijn dus decadente kunstuitingen, die vermeden moeten worden om christelijke en reformatorische scholen niet voor het hoofd te stoten.

Met andere woorden: er wordt in de schoolboeken (met name die voor de basisschool) heel veel rekening gehouden met de wensen van de (streng)christelijke en reformatorische scholen. Zo is bijvoorbeeld ook de evolutietheorie (of iets wat daar naar verwijst, zoals dino’s) verboden, worden de zogenaamde ‘regenbooggezinnen’ (gezinnen met twee moeders en/of twee vaders) vermeden en mag ‘ruw taalgebruik’ (‘hou je kop!’ ‘dat is stom!’ ‘Jeetje!’) niet. Wie het niet gelooft: hieronder de instructies voor auteurs van Malmberg en WoltersNoordhof

Richtlijnen van uitgeverij Malmberg om protestants-christelijke scholen niet voor het hoofd te stoten. Bron: NRC
Richtlijnen van WoltersNoordhoff om te voorkomen dat er gevoeligheden in de leerboeken zitten. Bron: NRC

Wie kwets je?

Het is voor uitgeverijen dus van groot belang dat ze christelijke scholen (en in een verlengde daarvan ook de islamitische scholen, getuige het feit dat er een spaarvarken omgebouwd moest worden tot spaar-olifant…) niet kwetsen en dus bepaalde dingen niet bespreken. Maar kennelijk is het een stuk minder erg dat daardoor andere mensen wel gekwetst worden. Dat er letterlijk gezegd wordt dat het gezin waar ik uit kom niet mag bestaan, is kennelijk een stuk minder kwetsend dan dat je eventueel zou suggereren dat er ook gezinnen zijn die niet binnen het perfecte plaatje passen. Waarom is het zo veel minder erg dat ik gekwetst word dan dat die scholen een keer een andere methode moeten kiezen?

Want er zijn ook christelijke methodes, en uitgeverijen zijn ook bereid om van een bestaande methode een christelijke versie te maken. Maar omdat de reguliere methodes vaak didactisch beter zijn en een methode aanpassen een prijzig ding kan zijn, kiezen christelijke scholen er liever voor om een reguliere methode te kopen – maar dan wel een die, dankzij de lobby van de SLRO, is aangepast naar de (streng)christelijke normen en waarden. Dat die normen en waarden dan weer kwetsend zijn voor andere groepen, dat is kennelijk geen probleem. En dat die methodes geen realistisch beeld van de realiteit geven ook niet.

Het lijkt wel alsof het enige wat telt is of de christelijke scholen en de ouders van leerlingen op die scholen niet worden gekwetst of voor het hoofd gestoten. Dat schiet bij mij enorm in het verkeerde keelgat. Vooral omdat, zoals ik al noemde, het gezin waar ik uit kom verboden is. Het mag niet bestaan in de schoolboekjes, want we zijn niet standaard genoeg, te geëmancipeerd en te frivool en decadent. En ik heb het hier over een gezin waarbij de ouders gewoon bij elkaar zijn, eerst zijn getrouwd en daarna pas kinderen kregen, die hun kinderen christelijk (oké, met een vleugje boeddhisme) hebben opgevoed en waar alle christelijke feestdagen gevierd werden/worden (inclusief kerst, want cadeautjes doen wij met Sinterklaas). Ik kan je precies vertellen wat de betekenis is van Hemelvaart en Pinksteren, en weet ook waarom Pasen (en daarmee carnaval, de vastentijd, Hemelvaart en Pinksteren) ieder jaar op een andere datum valt. Toch kiezen de uitgeverijen er liever voor om mij en het gezin waar ik uit kom te schrappen dan om de christelijke scholen voor het hoofd te stoten. Dat vind ik kwetsend.

Maar dit betreft niet alleen mij en het gezin waar ik uit kom. Een goede vriendin van mij is lesbisch, en getrouwd met een vrouw. Mag niet. Samen met een bevriend homostel (mag niet) proberen ze nu kinderen te krijgen. Mag niet. Hun hele gezin mag niet bestaan in de schoolboeken, omdat het indruist tegen de principes van een kleine groep mensen. Idem dito voor alle vriendinnen van wie de ouders gescheiden zijn. Mag ook al niet. Waarom is het erger dat streng-christelijke scholen wat extra moeten uitleggen dan om de rest van Nederland te kwetsen?

Burgerschap

Een van de taken van een school is om de leerlingen voor te bereiden op ‘goed burgerschap’. En dat is precies wat nu ondermijnd wordt. Als leerlingen niet leren dat er vrouwelijke dominees zijn, dan krijg je dus de situatie waarin de dochter van de dominee (lees: ik) te horen krijgt ‘jouw moeder is toch non?!’. Of dat leerlingen van wie de ouders niet getrouwd zijn van hun klasgenootjes te horen krijgen dat ze in de hel zullen komen (ja, ook waargebeurd, niet bij mij, gelukkig, maar wel bij familie van mij). Of dat leerlingen die homoseksuele gevoelens hebben zich eenzaam voelen (want dat komt niet voor, aldus de schoolboekjes) of gepest worden, omdat het zo’n onbekend fenomeen is. Dat is geen goede voorbereiding op goed burgerschap.

Goed burgerschap anno 2021 is respect hebben voor de keuze van de ander, ook als jij een andere keuze zou maken. Dat is wat leerlingen nu onthouden wordt, en dat vind ik buitengewoon kwalijk. Daarnaast leren ze ook niet om een gesprek te voeren over hun eigen keuzes en/of de keuzes van een ander, of om begrip op te brengen voor de ander. Dat zijn vaardigheden die wel bij goed burgerschap horen, maar die leerlingen niet meekrijgen op school. Ze leren niet dat kinderen nooit schuld hebben aan een scheiding, en dat kinderen er ook geen invloed op hebben of hun pappa en mamma (of pappa’s en/of mamma’s) getrouwd zijn. Dat gezinnen er in allerlei vormen en maten zijn, en dat die gezinnen allemaal op hun eigen manier waardevol zijn.

Mijn oplossing

Wat mijn oplossing voor dit probleem zou zijn? Nou, heel simpel. Ten eerste gaan we realistische methodes maken, die een echte representatie van de maatschappij vormen. Christelijke scholen die moeite hebben met bepaalde onderwerpen/thema’s kunnen kiezen tussen twee oplossingen: of ze maken een eigen hoofdstukje wat in plaats van het hoofdstukje met de ‘te wereldse zaken’ komt (zoals bijvoorbeeld bij het voorbeeld van het rekenhoofdstuk over de kermis), of ze behandelen de lesstof wel, maar zeggen erbij ‘wij kiezen ervoor om dat anders te doen. Er zijn mensen die een andere keuze maken, en dat respecteren we, net zoals zij onze keuzes respecteren’. En de discussie over het hoe en waarom kun je dan prima tijdens de lessen Godsdienst houden. Bij de echt controversiële onderwerpen kunnen de uitgeverijen wellicht een extra hoofdstuk aanbieden: evolutie voor de ene school, scheppingstheorie voor de andere school. Scholen kunnen dan zelf kiezen of ze een van de twee hoofdstukken behandelen of allebei.

O, en uiteraard hoeven de docenten niet zelf die lessen te gaan herschrijven, dat lijkt me namelijk een hele mooie taak voor dat lobbyclubje. Verder lijkt het mij logisch dat we wel een paar basisafspraken maken, maar dan waar iedereen zich in kan vinden: geen negatieve uitlatingen over God, Allah of welke andere geloofsrichting dan ook (ik kan me wel voorstellen dat je in een bovenbouwboek een mooi gesprek laat ontstaan tussen kinderen met verschillende geloofsachtergronden, bijvoorbeeld bij de lessen Burgerschap), er zijn mensen die op vrijdag/zaterdag/zondag werken (bijvoorbeeld in de zorg, bij de politie, de brandweer, op de boerderij…), geen naakt, maar een bikini of zwembroek mag wel, net als wat make-up en sieraden. TV, internet, sport en cultuur mogen wel, waarbij ‘gezond gebruik’ of ‘gezonde beoefening’ iets meer nadruk krijgt (dit ook om leerlingen te leren hoe ze op een verantwoorde wijze gebruik kunnen maken van deze dingen). Gezinnen in alle samenstellingen zijn een gezin, en iedereen wordt met evenveel respect bejegend (tenzij het een functie heeft om dat niet te doen, zoals bijvoorbeeld bij thema’s als pesten, discriminatie en omgaan met anderen).

Kinderen verdienen een kans om een ‘goede burger’ te worden, en om goed burgerschap te leren. Op dit moment wordt die kans hen ontnomen. Daarom hoop ik dat de regels/richtlijnen voor de schoolboeken snel worden aangepast, zodat iedereen zich veilig kan voelen op school.

4 gedachtes over “Kwetsende schoolboeken

  1. Naomi zegt:

    Jouw oplossing is er één waar ik me heel erg in kan vinden en die ik zelf ook als het maar even kon toepaste in mijn lessen. Ik ben voor ‘begeleide confrontatie’. Confrontatie klinkt dan hard, maar dat bedoel ik niet zo. Het is meer een bestaande term. Ik bedoel ermee dat ik kinderen graag wilde laten zien hoe de wereld in elkaar zit en er dan over in gesprek ging. Dat leek en lijkt me beter dan doen alsof bepaalde overtuigingen/mensen/… niet bestaan.
    En wat betreft jouw pijn: die snap ik en die zou sowieso niet veroorzaakt mogen worden, maar al zeker niet door een schoolboek.
    Liefs!

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.