Sommige boeken zou je kunnen zien als tijdsdocumenten. Die boeken zeggen iets over de tijd waarin we leven. Iedere generatie heeft zijn eigen tijdsdocumenten. Dat zijn de boeken die jaren later nog steeds worden behandeld in het literatuuronderwijs, die nog steeds gelezen (moeten) worden door leerlingen op de middelbare school en studenten die een literatuurstudie doen. Vaak zijn dit ook de boeken die verfilmd worden. Zijn het altijd de meest briljante boeken, de boeken die het allerbest geschreven zijn? Nee, helaas niet. Er zitten bij iedere lichting tijdsdocumenten ook slecht geschreven boeken, en hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe langdradiger de boeken vaak worden. Toch lezen we ze nog steeds, behandelen we ze nog steeds, en krijgen ze vaak een bepaalde status. Hoe dat komt en wat in mijn optiek de tijdsdocumenten van deze tijd zijn bespreek ik hieronder.
NB: in dit artikel focus ik me op de tijdsdocumenten bij de boeken voor volwassenen. In een eerder artikel heb ik het gehad over de tijdsdocumenten bij de jeugdboeken en de YA-boeken.
Wat zijn tijdsdocumenten?
Laat ik beginnen met uitleggen wat tijdsdocumenten eigenlijk zijn. Tijdsdocumenten zijn “bronnen die rijk zijn aan kenmerkende informatie over het heden of verleden, meer specifiek over de tijdsomstandigheden, wijze van leven, mentaliteit enz.; iets wat de wijze van leven en denken in een zekere tijd documenteert”. Aldus het Instituut voor de Nederlandse Taal. Als het om de literatuur gaat, zou je naar mijn mening de definitie kunnen uitbreiden met ‘boeken die kenmerkend zijn voor een (nieuw) genre’.
Welke boeken komen dan bijvoorbeeld in aanmerking om een tijdsdocument genoemd te worden? De inkoppers zijn natuurlijk het Dagboek van Anne Frank, De Avonden, Beatrijs, Karel ende Elegast, Max Havelaar, de dichtbundels van Gerrit Komrij (Nederlandse poëzie in 2000 en enige gedichten), Camera Obscura, Koning van Katoren, Kees de Jongen en Polleke. Al deze boeken zeggen iets over de tijd waarin ze geschreven zijn, het genre of geven een weergave van het dagelijks leven zoals dat was toen het boek verscheen.
Tijdsdocumenten van deze tijd
Het is wat ingewikkelder om tijdsdocumenten voor het hier en nu aan te wijzen, maar ik ga me er toch aan wagen.
Het eerste boek wat bij me opkomt als ik denk aan een tijdsdocument voor deze tijd is The Help/Een Keukenmeidenroman van Katrynn Stockett. Dit boek gaat over de positie van de gekleurde huishoudsters in de zuidelijke staten van de VS en speelt in de jaren ’60 van de vorige eeuw. De reden dat dit een tijdsdocument is, is dat dit boek kan verschijnen. Dat moet ik misschien even toelichten. Voor dat dit boek kon verschijnen, is de het manuscript eerst door zo’n zestig verschillende uitgeverijen afgewezen, gedurende drie volle jaren. Niet omdat het verhaal niet goed is, maar omdat niemand dit verhaal durfde uit te geven. Dat komt omdat dit boek raakt aan iets wat nog steeds een open wond is in Amerika: de segregatie. In Zuid-Afrika kennen ze dit fenomeen als ‘De Apartheid’, wij in Europa kennen het als de Rassenscheiding. Als je de ophef rondom het boek en de film wil begrijpen, is het goed om te bedenken hoe je een film zou vinden die zou gaan over hoe Duitse vrouwen (uiteraard allemaal blond en met blauwe ogen) omgaan met joodse vrouwen in de jaren ’30 van de vorige eeuw. Hoe zou jij dat vinden? En je moeder? Hoe zou je oma het vinden om zo’n boek te lezen, om zo’n film te bekijken? Precies die emoties zorgden voor de angst bij de uitgevers, en maakt het een tijdsdocument.
Wij hebben in Nederland ook onze eigen versie van The Help, namelijk De Tweeling van Tessa de Loo. Dit verhaal gaat over een tweeling, Anna en Lotte. Als de meisjes zeven jaar oud zijn, overlijd hun vader. Ze worden ondergebracht bij familie, Anna bij Duitse familie, Lotte bij Nederlandse familie. Dit gebeurt in het Interbellum, de periode tussen de twee wereldoorlogen in. Anna en Lotte maken allebei een andere kant van de Tweede Wereldoorlog mee. Anna leeft in Duitsland en werkt onder andere in een hospitaal voor gewonde soldaten, Lotte woont in Nederland en verlooft zich met een joodse jongen. Toen dit boek verscheen, kon men in Nederland (nog) niet geloven dat er in Duitsland mensen waren geweest die ten tijde of na de oorlog niet wisten wat er voor ellende was geweest. Welke schade de Duitsers (of ‘de moffen’) hadden aangericht. Ook was het heel lang ondenkbaar dat er ook onschuldige Duitsers waren. Duitsers die niet hadden meegewerkt aan de oorlog, die geen schuld hadden. De verhaallijn van Anna vertelt het verhaal van een gewone Duitse vrouw, wat voor het eerst het beeld van ‘de gewone Duitser tijdens de oorlog’ (een beetje) bijstelde. Tel daarbij op dat de verzetsstrijders aan de Nederlandse kant niet alleen maar goed zijn (bonnen voor voedsel voor de onderduikers achterhouden en het voedsel zelf opeten). Dit boek zorgt dus voor een genuanceerder beeld van de Tweede Wereldoorlog. Het was een enorm succes bij het uitkomen (het moest iedere maand herdrukt worden) en nog steeds heeft bijna iedere bibliotheek hier meer dan een exemplaar van staan. Het feit dat dit boek kon verschijnen, geeft aan dat (in ieder geval een deel van) Nederland klaar was voor een breder perspectief op de oorlog.
Een boek wat over een recentere oorlog gaat (en dus vertelt over het leven van deze tijd) is Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij van Jonathan Safran Foer. In dit boek gaat Oskar, een jongen van 9 jaar, op zoek naar de betekenis van de dood van zijn vader. De vader van Oskar is omgekomen bij de aanslagen op het WTC, op 11 september 2001. Welke impact heeft het op een kind als je je vader op die manier moet verliezen? Hoe geef je als nabestaande betekenis aan een, op het oog, zinloze dood? Wat is de maatschappelijke impact van terroristische aanslagen? En, aangezien je ook het perspectief van de grootouders van Oskar leest: hoe is het om je kind te verliezen aan een zinloze dood? Wat doet dat met jou als ouder? Dit boek gaat over (zware) hedendaagse thema’s, en is met de recente aanslagen in Nieuw Zeeland des te actueler.
Een ander actueel thema is mentale of geestelijke gezondheid, ook wel bekend als ‘mental health’. Ik schreef al eerder een blog waarin ik vijf boeken noemde die over mental health gaan. Een van die boeken wil ik hier extra uitlichten, namelijk Paaz van Mirthe van der Meer. Voor wie het verhaal niet kent: Emma wordt met een burn-out en een depressie (inclusief suïcidale gedachten) opgenomen op de paaz, de psychiatrische afdeling van het algemeen ziekenhuis. Je leest het dagelijks reilen en zeilen in deze mini-maatschappij, inclusief pillen, bijzonder gedrag van medepatiënten, de vreemde logica van verpleging en artsen en ieder klein stapje in het herstel van de patiënten. Je zou dit boek als een (late) reactie kunnen zien op Meneer en Mevrouw zijn Gek van Yvonne Keuls. Waar Keuls als een soort buitenstaander de kliniek binnen kwam wandelen, beschrijft Van der Meer het leven in de kliniek van binnenuit. Daarmee is het behoorlijk taboedoorbrekend, want op psychische problemen ligt nog steeds een enorm taboe. Dat dit boek kon verschijnen, ondanks dat de auteur een aandoening heeft die niet meteen over gaat en ze ook nog eens kritisch is op de hulpverlening, geeft aan dat we opener zijn over dit soort problemen. Tegelijkertijd geeft de hype rondom het boek ook aan dat we nog een lange weg te gaan hebben. Pas als dit soort boeken geen hype meer zijn omdat het zo normaal is om over dit soort dingen te praten, zijn we waar we volgens mij moeten zijn.
Nog een boek wat taboe’s doorbrak, maar dan op een andere manier, is Vijftig Tinten Grijs van E. L. James. Ik zei aan het begin van dit artikel al dat tijdsdocumenten niet altijd de best geschreven boeken zijn, en dat is bij dit boek zeker het geval. Sterker nog, dit is een boek wat ik niet eens uit heb gelezen. In alle eerlijkheid ben ik hier alleen aan begonnen omdat de hype zo groot was, en ik wou weten waar die hype nou over ging. Daar was ik na dat halve boek wel achter: het maakt bespreekbaar dat, in tegenstelling tot alle feministische bewegingen, er ook vrouwen zijn die graag gedomineerd worden door een man en die het fijn vinden als een man met heel veel geld voor hen zorgt in ruil voor (buitenissige) seks. Met name de openheid over SM was vernieuwend, en het boek heeft de weg vrijgemaakt voor een groot aantal boeken waarin een vrouw in bed graag gedomineerd wordt door een man met veel geld en macht. Ik denk dat het feit dat deze boeken in de reguliere boekhandel verkocht kunnen worden (en dat je er niet voor naar een erotische boekhandel hoeft) aangeeft dat we seksualiteit accepteren als iets wat bij het leven hoort, en dat je daarin, zolang beide partijen dat oké vinden(!), best wat mag experimenteren.
En tot slot, een boek over de technologie van deze tijd en van de toekomst: De Cirkel van Dave Eggers. Ik noemde dit boek eerder al in een blog over rode boeken. Voor wie het verhaal niet kent: Mae Holland wordt aangenomen bij De Cirkel, het nieuwe hippe technologiebedrijf. Alles wat gebeurt moet openbaar zijn, privacy is diefstal en geheimen zijn leugens, zo redeneert De Cirkel. Er zijn geen internettrollen meer, reviews op internet zijn eerlijk en iedereen is een stuk aardiger tegen elkaar. Maar de invloed van De Cirkel gaat steeds verder, en Mae gaat er in mee. Ze begrijpt niet dat mensen willen ontsnappen aan De Cirkel. Want wat kan er nu fout zijn aan totale openheid? Juist omdat Mae zich niet ontwikkelt zoals je zou verwachten, is de roman des te krachtiger. Voor wie het boek gelezen heeft: het is technisch gezien al mogelijk om een netwerk als De Cirkel te maken, het zijn dingen als privacywetten die dit op dit moment voorkomen. Dit boek zou je kunnen zien als een vervolg op 1984 van George Orwell. Het stelt vragen bij de technologie en de mogelijkheden daarvan. Wat is de impact op jouw leven als niets meer verborgen is?
Een gedachte over “Tijdsdocumenten: boeken die iets zeggen over de tijd waarin we leven (2)”