Het verhaal

Het is een aantal jaar na De Cirkel. Mae Holland is opgeklommen tot de baas van het nog veel grotere techbedrijf The Every, waarin The Circle is opgegaan. Iedere week koopt Mae zo’n drie verschillende bedrijven op, en een aantal medewerkers van het opgekochte bedrijf krijgt dan de kans om te solliciteren bij The Every. Delaney is een van deze medewerkers. Ze solliciteert, en heeft een ambitieus plan: The Every van binnen uit kapot maken, als het paard van Troje.

Maar dat blijkt nog niet zo makkelijk: niet alleen heeft ieder plan wat ze bedenkt een andere uitwerking dan ze verwacht, de Every weet ook nog eens haar mede-samenzweerder, huisgenoot en beste vriend Wes te verleiden om ook te solliciteren. Delaney ziet hem als een risico, omdat Wes een soort ongeleid projectiel is. Langzaamaan worden ze allebei meer en meer in de Every gezogen. Zal het Delaney lukken om de Every te vernietigen?

Mijn mening

In het begin vond ik dit een heel sterk boek, maar ergens bij ongeveer twee derde begon ik me te storen aan een paar dingen. Dat ging door tot en met driekwart van het boek, daarna kwam de vaart er weer een beetje in.

In het begin vond ik het bijvoorbeeld razend interessant dat Delaney van werkplek naar werkplek ging, waardoor zij (en ik als lezer) de omvang van The Every kon zien. Maar op een gegeven moment had ik dat trucje wel gezien. Iedere werkplek verliep namelijk ongeveer hetzelfde: Kennismaking, documenten ondertekenen, inwerken, ideetje pitchen, echt aan de slag, en weer door naar de volgende werkplek. Ik heb het idee dat Eggers de werkplekkenwissel net iets te lang heeft gerekt om het voor mij als lezer interessant te houden. Daarnaast merkte ik dat er een aantal scenes uit De Cirkel in dit boek ook zaten (of een echo daarvan), met iedere keer min of meer hetzelfde effect in het verhaal. Dat vond ik jammer, want daardoor ging voor mij een deel van het leesplezier verloren.

Iets anders wat me tegenstond: dat de ontknoping behoorlijk uit de lucht kwam vallen. Er was namelijk geen enkele aanwijzing om in die richting te denken, en dat vond ik enorm tegenvallen. Ik had verwacht dat de ontknoping meer kwaliteit zou hebben. Ook merkte ik twee keer dat Eggers zichzelf tegensprak: een keer toen het over trollen ging (die waren toch verdwenen dankzij De Cirkel?) en een keer toen het over googlen ging (iedereen zit toch op de zoekdiensten die The Every in handen heeft?). Dat viel me ook behoorlijk tegen.

Eggers boek draait, net als De Cirkel, over de macht die techbedrijven hebben, en wat ze daarmee kunnen. Dat is een interessant thema, maar Eggers heeft het in dit boek te ver uitgekauwd. Ik had gehoopt dat een aantal van de losse eindjes waar ik nu als lezer nog mee zit wat netter zouden worden weggewerkt. Dat had ook prima gekund, als er bijvoorbeeld een werkplek was geschrapt en in plaats daarvan wat meer aandacht was besteed aan het verhaal.

Wil je weten hoe de wereld zich verder ontwikkelt na De Cirkel, dan moet je vooral dit boek lezen. Wie slecht tegen uit de lucht vallende ontknopingen en losse eindjes kan, kan het misschien beter houden bij De Cirkel.

Dit boek is vertaald door Lidwien Biekmann, Elles Tukker en Gerda Baardman