Het verhaal
Ana is een Fantasist, een android-prinses die ontworpen is om in pretpark Het Koninkrijk de wensen en dromen van de bezoekers waar te maken. Ana is ontwikkeld en geprogrammeerd door Het Koninkrijk, en doet precies wat er van haar verwacht wordt.
Maar Ana zit in de gevangenis, omdat ze verdacht wordt van de moord op een van de menselijke medewerkers van het park. Owen, het slachtoffer, blijkt in de loop van het verhaal niet zomaar een parkmedewerker te zijn: Ana heeft met hem een speciale band opgebouwd. Het verhaal gaat heen en weer tussen de rechtszaak, een gesprek na de rechtszaak en de bijna anderhalf jaar voor de rechtszaak. In de rechtszaak focust men zich erg op de vraag of Ana zich zo ver ontwikkeld heeft dat ze een moreel besef heeft gekregen (en dus wist wat ze deed en wist dat dat fout was) of dat Ana een systeemfout heeft opgelopen waardoor ze verminderd tot niet toerekeningsvatbaar is. Op de achtergrond speelt ook de vraag of Het Koninkrijk (mede)aansprakelijk is voor de dood van Owen.
In de loop van het verhaal blijkt dat er al eerder Fantasisten waren met dergelijke problemen. Twee van Ana’s zussen (ze noemt haar mede-prinsessen haar zussen) zijn er niet meer, en Ana vreest dat haar hetzelfde lot te wachten staat. Maar er zijn meer problemen: zo laten de hybride en geprogrammeerde dieren zich niet meer sturen en zijn niet alle dierverzorgers, oppassers en bewakers even aardig voor de wezens in het park. Is het sprookje wel zo mooi?
Mijn mening
Ik vond dit een goed verhaal en het hield me behoorlijk bezig. Door de mix van dystopische fantasy en een rechtbankthriller had ik niet snel door hoe de vork precies in de steel zat. De wereld van Ana is mooi omschreven, en de vertaling is prettig.
Er was een ding wat me behoorlijk stoorde, en dat was hoe de emotionele belevingswereld van Ana werd omschreven. Deze stijl herken ik namelijk van hoe tot voor kort de emotionele belevingswereld van mensen met autisme werd omschreven. Dat had van mij een beetje anders gemogen, want dit is natuurlijk voer om ons ASS’ers weer als robots neer te gaan zetten – en daar waren we net vanaf.
Verder is het ook handig om iets van het Amerikaanse rechtssysteem te weten, waarbij de ene partij de ondervraging van de verdachte door de andere partij mag onderbreken en waarbij er sprake is van een jury-rechtsspraak. Dit zijn namelijk best verwarrende elementen als je enkel het Nederlandse systeem kent.
Zoals ik al zei: ik vond dit een leuk boek, en de mix van de twee genres vond ik erg verrassend. Maar ik heb ook mijn twijfels bij dit boek, vanwege het stigmatiserende beeld dat ik eruit haal. Het boek is een aanrader voor wie van deze genres houdt en die niet de associatie met autisme heeft. Ik denk dat veel jongeren dit boek zeker zullen waarderen, omdat het een nieuwe variatie biedt in een vrij populair genre.
3 gedachtes over “Recensie: ‘Het Koninkrijk’ van Jess Rothenberg”