Een van de mooiste gedichten uit de Nederlandse literatuur vind ik het gedicht ‘De idioot in het bad’ van M. Vasalis. Dit gedicht is gepubliceerd in 1940 in de bundel ‘Parken en Woestijnen’. In 1936 verscheen het gedicht voor het eerst, in het tijdschrift Groot Nederland.
In dit geval is de publicatiedatum van het gedicht van belang. Het gedicht gaat namelijk over, zoals de titel het al aangeeft, een ‘idioot’ die in bad gaat. Ten tijde van het verschijnen van deze bundel leefden mensen met een verstandelijke beperking of psychische aandoening in een ziekenhuis of een instelling. Ze werden verpleegd en verzorgd door zusters. Daarnaast is de publicatiedatum van belang omdat deze bundel gedichten verscheen vlak voor of aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, en de Duitsers nou niet bepaald dol waren op mensen met een beperking. Voor deze tijd is dit gedicht taboedoorbrekend, waarschijnlijk net zo taboedoorbrekend als “Meneer en Mevrouw zijn gek” en “Jan Rap en z’n Maat” van Yvonne Keuls en Paaz van Mirthe van der Meer.
Maar in alle eerlijkheid: ook zonder deze achtergrond zou ik het een prachtig gedicht vinden. De reden daarvoor is dat het zo ontzettend mooi en kwetsbaar de ‘idioot’ is, hoeveel hoop deze ‘idioot’ heeft en hoe vaak hij teleurgesteld word in die hoop. En toch blijft hij die hoop, dat fijne moment waarin hij gelooft dat het anders kan zijn, koesteren. In het badwater, een moment van totale ontspanning, is hij vrij en zorgeloos.
Tegelijkertijd raakt de teleurstelling van de ‘idioot’ me enorm. Iedere week hoopt hij dat het nu lukt om niet meer als een bange idioot uit het bad te stappen, en iedere week mislukt dat. Hij moet er van huilen, stribbelt tegen, wil niet uit het bad. Hij wil zo graag niet meer bang zijn, vrij zijn, zich altijd voelen zoals hij zich in het water voelt. Iedere week hoopt hij dat dat lukt, en iedere week “is hem het lot beschoren opnieuw een bange idioot te zijn gebleven”.
De idioot in het bad
Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
Haast dravend en vaak hakend in de mat,
Lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
Gaat elke week de idioot naar ’t bad.
De damp die van het warme water slaat
Maakt hem geruster : witte stoom…
En bij elk kledingstuk, dat van hem afgaat,
Bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom.
De zuster laat hem in het water glijden,
Hij vouwt zijn dunne armen op zijn borst,
Hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst
En om zijn mond gloort langzaam aan een groot verblijden.
Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden,
Zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen,
Zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden
Komen als berkenstammen door het groen opdoemen.
Hij is in dit groen water nog als ongeboren,
Hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen,
Hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren
En hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen.
En elke keer, dat hij uit ’t bad gehaald wordt,
En stevig met een handdoek drooggewreven
En in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord
Stribbelt hij tegen en dan huilt hij even.
En elke week wordt hij opnieuw geboren
En wreed gescheiden van het veilig water-leven,
En elke week is hem het lot beschoren
Opnieuw een bange idioot te zijn gebleven.
(er zijn mensen die een andere uitleg aan dit gedicht geven, ik geef hier mijn uitleg weer)
Welk gedicht vind jij prachtig? En waarom?
Een bijzonder gedicht. Ik herinner me nog het moment dat we dit gedicht in de Nederlandse les bespraken. En de schaamte toen een van mijn klasgenoten onder woorden bracht, dat er een parallel is tussen het bad en het vruchtwater.
Goed dat je het gedicht in zijn tijd plaatst. Er vanuit gaande, dat de dichter dit gedicht minimaal een paar maanden eerder schreef dan dat de bundel gepubliceerd werd, denk ik niet dat we dit gedicht als een verzetsdaad tegen de Duitsers moeten opvatten. Natuurlijk wel een daad van verzet tegen de ruwe manier waarop dit soort idioten (om de benaming die de dichter gebruikt maar even te volgen) behandeld werd. Als kinderpsychiater (misschien toen nog in opleiding) heeft zij dit waarschijnlijk van dichtbij meegemaakt.
Eric van Loo
LikeLike
Ik denk ook niet dat het een verzetsdaad is. Wel dat het inging tegen de toen heersende algemene opvattingen over mensen met een verstandelijke beperking of psychische aandoeningen. Dat de Duitsers die opvattingen deelden, zegt mij meer over de tijdsgeest dan over ‘dit gedicht als verzetsdaad’.
LikeLike
Wat een mooi gedicht! Ik kende het niet. En ja, ik blijf me dan weer verbazen over hoe men vroeger over mensen met een psychische aandoening dacht.
LikeLike
Ik kan me ook nog herinneren dat we dit bij de Nederlandse les lazen! Pas geleden heb ik het verzameld werk van M. Vasalis aangeschaft, want haar eerste bundel uit de bieb vond ik erg goed. Wist je trouwens dat een aantal van haar gedichten op muziek zijn gezet door het Noordpool Orkest en gezongen door Janne Schra, zo mooi!
LikeLike
Nee, dat wist ik niet! Ik ga eens kijken of ik dat ergens kan beluisteren.
LikeLike