Het verhaal
Calamity en haar Zusters mogen zich niet buiten de Tuin begeven. Met 15 meisjes, een aantal peuters (de Reservepeuters), Moeder en Tante wonen ze daar. Ze hebben binnen de Tuin een geordend leven: ze kweken rozen en worden klaargestoomd voor de Oorlog tegen de duivelmannen. Alles loopt prima, totdat Truly, een van de Zusters van Calamity, besluit om eens te kijken wat er aan de ander kant van de Tuinmuur is. Maar Truly ziet geen duivelmannen met een rode huid en veren in hun haar. Ze ziet alleen maar bomen. Calamity denkt dat dat komt omdat de duivelmannen sliepen of zich verstopt hadden. Maar de andere Zusters twijfelen. Is het buiten de muur wel zo gevaarlijk als ze altijd hebben geleerd? Calamity vertrouwt echter rotsvast op de Appendix, een van de twee bronnen van informatie waar de meisjes over kunnen beschikken. Deze Appendix is geschreven door Tante, en waarom zou Tante liegen over wat er Buiten is?
Mijn mening
Dit is een verhaal wat je lang bezig houdt, ook als je het boek al hebt weggelegd. Dat komt deels door de structuur van het verhaal: Calamity vertelt wat er allemaal in de Tuin is gebeurd, maar dat doet ze vanuit een ziekenhuisbed. Daardoor wil je weten hoe ze in dat bed terecht is gekomen. Langzaamaan kom je erachter dat Calamity niet alleen heel beschermd, maar ook min of meer gehersenspoeld is in de Tuin. Ze reageert heel apart op de meest normale dingen (een verpleegster met een donkere huidskleur, een bad) en als ze vertelt over haar leven in de Tuin, kom je erachter dat ze ook voor heel veel dingen niet de normale woorden kent. Ook denkt ze dat de zon de bron is van het kwaad: duivelmannen stammen af van de Zon, en kinderen groeien aan rozenstruiken.
In het ziekenhuis is ook een mevrouw aanwezig, mevrouw Waverley. Calamity kijkt op haar neer, omdat ze enkel maar in een hoekje van de kamer zit te snikken. In feite kijkt Calamity op iedereen neer die op een andere manier leeft zoals zij. Dit komt eerst arrogant over, maar later in het verhaal merk je dat dit een stuk zelfbescherming is. Haar manier van leven is namelijk de enige houvast die ze heeft, en ze is nooit in aanraking gekomen met andere ideeën, met andere mensen dan in haar eigen selecte kringetje. Daarbij heeft ze geleerd dat iedereen die van Buiten is, gevaarlijk of op zijn minst verpest is.
Wat het verhaal ook interessant maakt, is dat je weet dat Moeder en Tante wel ooit buiten hebben geleefd. Waarom kiezen zij ervoor om deze meisjes zo beschermd en afgezonderd van de buitenwereld op te voeden? Langzaamaan kom je erachter wat heeft gemaakt dat de beide vrouwen deze keuze gemaakt hebben. Ook ontdek je dat de meisjes al heel lang samen leven, en dat het onderwijs dat ze hebben gehad niet alleen heel wereldvreemd was, maar ook nog eens van slechte kwaliteit. Zo maken de meisjes allemaal dezelfde taalfouten. Ook gebruikt Calamity spreektaal en formele taal door elkaar, en lijkt ze niet goed te weten wat ze in doodnormale situaties moet zeggen of doen.
Het is een droevig maar ook intrigerend verhaal, geschikt voor een geoefende lezer.
Benieuwd naar dit boek? Op de website van de uitgeverij kun je een gratis preview downloaden.
Interessant zo’n thema uit de actualiteit. Een nieuwe rubriek?
LikeLike